3.27.2011


Vorige week schreef ik over het grote aanbod aan supermarkten dat we in Nederlandse steden kennen. Het aanbod is enorm, maar of er werkelijk iets te kiezen is, valt te bezien.

Steden zoeken naar manieren om het verbouwen van fruit en groente naar de stad te halen. Dit wordt zowel geïnitieerd door bewoners als door (lokale) overheden. In de leeggelopen steden Berlijn en Detroit vindt op veel plaatsen stadslandbouw plaats. In Detroit is dit veelal ontstaan uit noodzaak. Na het sluiten van een groot deel van de autofabrieken hebben de inwoners geen werk en dus geen inkomen meer. De enige oplossing om aan eten te komen is het zelf verbouwen van voedsel. In andere steden zoals Berlijn, Londen, Rotterdam en Den Haag heeft het vooral een sociale rol. In de minder goede buurten komen bewoners dichter tot elkaar terwijl ze samen in de tuinen werken. Daarbij speelt ook het veranderen van het voedingspatroon en het aanleren van een gezondere leefstijl een rol.

Er zijn ook steden waar de overheid het initiatief neemt om voedselproductie dichter bij de stad te brengen. Ten zuiden van Milaan ligt het het Parco Agricolo Sud. Het gebied bestaat onder andere uit de provincie Piemonte, de bakermat van de Slow Food beweging. Uit deze streek komen veel producten die een Beschermde Oorsprongs Benaming hebben. Risotto rijst, gorgonzola, pesto Genovese en truffels komen allen uit deze regio. Naast het verkorten van de foodmiles heeft het benoemen van het Parco ook positieve invloed op natuurlijke en culturele waarden van het landschap, de uitwisseling tussen agrariërs en stedelingen én op de lokale economie.

Ten zuiden van Barcelona ligt een zelfde soort gebied. Het Parc Agrari del Baix Llobregat heeft als doel
“to consolidate and develop the territorial base and to foster the continuity of agrarian activity, promoting specific programmes to conserve production, ecological and cultural values in the agrarian space and developing its economic, environmental and social roles in a framework of sustainable agriculture integrated into the territory and in harmony with the natural environment.” Het park biedt werk aan 1200 agrariërs. Daarnaast krijgen de producten uit het park een label waarmee de bewoners van de metropoolregio Barcelona toegang krijgen tot verse, lokale producten.

Het fenomeen Foodmiles kennen we in Nederland al heel erg lang. Het land is er in de VOC periode groot mee geworden. Maar in plaats van een uitwisseling tussen producten die hier beter groeien dan elders en andersom (om het assortiment te vergroten) vindt er vooral veel verplaatsing van dezelfde producten plaats. In 2009 werd er 965 miljoen kilo Nederlandse tomaten naar het buitenland geëxporteerd en vervolgens weer 180 miljoen kilo (bijna 20%) geïmporteerd. Misschien wel het opvallendste is dat ook Italië en Frankrijk in de top vijf van bestemmingen staat. Weinig efficiënt lijkt me. Daarnaast doet het vaak geen goed aan de kwaliteit (Wasserbomben).

Stadslandbouw kan zal ons waarschijnlijk niet van voldoende voedsel kunnen voorzien als nodig is. Het is echter wel een goed begin en heeft naast het verkorten van de foodmiles nog een aantal andere voordelen. Daarbij biedt de Nederlandse Randstad en haar Groene Hart genoeg mogelijkheden voor de productie van onze dagelijkse benodigdheden. Creatief omgaan met wat daar beschikbaar is zou een deel van de huidige problemen kunnen oplossen. Laten we, net als de Italianen, Spanjaarden en vele anderen trots zijn op wat we hebben!