1.23.2011


“……their availability is restricted. “

Een zin uit het boek Slow Food van Carlo Petrini, the godfather van de beweging die zich onder andere inzet voor meer biodiversiteit, locale productie en verkoop en duurzame productiewijzen.

Lokaal eten komt langzaam weer terug. Door alle voedselschandalen van de afgelopen jaren zijn mensen zich weer bewust geworden dat het van belang is om te weten waar het eten vandaan komt. Dat betekent dat er vaker bij de boer aan huis wordt gekocht of dat supermarktketens ruimte vrijmaken voor lokale producten. De zogenaamde foodmiles en daarmee de milieubelasting worden hierdoor enigszins beperkt.

Het lokaler produceren en verkopen heeft verschillende gevolgen, zowel positief als negatief. De Nederlandse transportsector heeft veel baat bij import en export van voedingsproducten. Zij zullen moeten inleveren wanneer de foodmiles korter worden. Het inkorten van de afstanden waarover voedsel wordt vervoerd, heeft echter wel een positief effect op de drukte op onze water-,lucht- en verkeerswegen en daarmee de CO2 uitstoot. Daarvoor moeten we echter wel genoegen nemen met hogere prijzen en een beperkter assortiment.

De prijs van lokaal geproduceerd voedsel zal waarschijnlijk hoger liggen dan nu. Op het moment worden producten op grote schaal - zogenaamd efficiënt - geproduceerd, verwerkt, vervoerd en verkocht. Daarnaast worden grote bedrijven gesubsidieerd en wordt er overgeproduceerd. Het aanbod is hoger dan de vraag, waardoor prijzen laag zijn. Wanneer de productie meer lokaal gaat plaatsvinden en als gevolg daarvan op kleinere schaal, zal het risico voor de producent groter zijn en het werk relatief tijdrovender. Tegenover hogere prijzen staat wel meer groen in onze (lees: stedelingen) omgeving, betere kwaliteit producten en minder milieubelasting.

Door lokaal te produceren, wordt het assortiment kleiner. Tropische vruchten zullen, zonder milieubelastende hulpmiddelen, niet rijpen. Dat betekent dat we afhankelijker worden van producten die in het lokale klimaat kunnen groeien. Maar niet getreurd, de Nederlander is groot geworden dankzij haar stamppotten.

Boeren in Nederland geven hun bedrijf massaal op en vertrekken naar het buitenland, waar het makkelijker boeren is dan hier. Door exporten te beperken, waardoor de consument gedwongen wordt van boeren uit de regio te kopen, krijgen zij weer een kans. Daarmee kunnen we een misschien wel uitstervend beroep redden van de ondergang.

Om de foodmiles te beperken is het nodig om dichter bij steden landbouwgrond te creëren. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat er meer ruimte gemaakt moet worden voor volkstuinen, eetbare parken en dat landbouwgrond dichter bij de steden moet zijn. Niet alle boeren die wonen op het platteland zullen voedsel gaan produceren, ook stadbewoners zullen hun handen uit de mouwen moeten steken. De stedelingen zullen bewuster worden van wat er allemaal bij de productie van voedsel komt kijken. De waarde van de producten zal hiermee automatisch stijgen.

Daarbij is de kans groot dat welzijn van de dieren en kwaliteit van hun producten omhoog gaan. Op het moment mogen levende dieren over een afstand van 500 km vervoerd worden. De kans is groot dat ze tijdens dit transport een grens overschrijden. Vanwege de voedselveiligheid die men in Europa scherp in de gaten houdt, worden veel dieren daarom (preventief) ingeënt. Door dit vaak onnodige inenten kunnen ziekteverwekkende bacteriën resistent worden en krijgt de consument stoffen binnen die van nature niet in het vlees horen. Het gezondheidsrisico neemt daarmee voor hen ook toe.

In West Europese landen zijn we nu in de luxe positie om terug te kijken naar de gevolgen van de hebzucht die vooral na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Er wordt al gezocht naar oplossingen; er wordt gedacht over het beperken van landbouwsubsidies en de verkoop van biologische producten neemt toe.

Wereldwijd groeien Westerse organisaties als Slow Food, genoemd aan het begin van dit stuk. Maar wat zijn de mogelijkheden voor ontwikkelingslanden om te voorkomen dat zij zich over 50 jaar in dezelfde situatie bevinden als het Westen?
Volgende week meer hierover.

De kunstenaar James Reynolds bedacht een prachtig kunstproject om mensen bewust te maken van de afstanden die hun voedingsmiddelen hebben afgelegd te tonen: Far foods.